Geschiedenis van de Burmees De Burmees is een van de weinige rassen waarvan de herkomst precies bekend is. In de dertiger jaren bracht Dr. Joseph C. Thompson vanuit Burma een bruine kat, Wong Mau genaamd, mee naar Amerika. Deze kat had net zoals de seal-point Siamees, donkergekleurde points, maar haar lichaam was veel donkerder bruin gekleurd. Wong Mau kreeg een nest van de Siamese kater Tai Mau. Uit deze combinatie werden twee verschillende typen katten geboren: Siamezen zoals de vader en donkerder katten zoals de moeder. Wong Mau werd later gedekt door een van haar zonen, zo´n donkerder kat, wat resulteerde in drie verschillende typen katten: Siamezen, de donkerder katten zoals Wong Mau en nog donkerder bruine katten, (bijna) zonder points. Deze donkerbruine katten werden de eerste Burmezen. Uit Burmezen gekruist met Burmezen werden uitsluitend Burmezen geboren. Zo bleek Wong Mau een hybride te zijn van een Siamees met een geheel nieuw ras: de Burmees. Dergelijke hybrides kennen wij nu als Tonkanezen. |
Wong Mau met kittensGenetisch gezien behoort de Burmees, evenals de Siamees, tot de albinoserie, waarin we in volgorde van dominantie aantreffen:- volledig gekleurd (aangeduid door C) - Burmees aftekening (aangeduid door cb) - siamees aftekening (aangeduid door cs) - albino met blauwe ogen (aangeduid door ca) - albino met roze ogen (aangeduid door c) |
De recessieve genen voor Burmees en voor siamees aftekening onderdrukken de volledige pigmentvorming, zodat de kat niet helemaal egaal gekleurd is, maar alleen de uiteinden (de points) een lichtere kleur krijgen en het lichaam nog minder kleur vertoont. Voor de Siamees geldt dit sterker dan voor de Burmees. Zo wordt een genetisch zwarte kat met twee genen voor Burmees aftekening een bruine Burmees (genotype aacbcbDD). Op dezelfde manier gaat dit op voor een seal-point Siamees (genotype aacscsDD). Van een bruine Tonkanees is het genotype aacbcsDD, van een effen zwarte kat aaCCDD. (aa staat voor "non-agouti", DD voor "onverdund".) |
Uit de nakomelingen van Wong Mau en uit andere, uit Burma naar Amerika geïmporteerde Burmezen en Tonkanezen, werden de Burmezen in Amerika gefokt. Erkenning door de CFA volgde in 1936. Pas in 1949 werden de eerste Burmezen in Engeland geïmporteerd door Mrs. L. France (2 poezen en 1 kater). De kater was Casa Gatos Da Foong. Erkenning in Engeland door de GCCF volgde in 1952. In 1953 word nog een kater geïmporteerd, Casa Gatos Darkee. In de afstamming van deze kater is Wong Mau nog terug te vinden bij de betoudovergrootouders (de 5e generatie). De eerste rasclub voor Burmezen, "The Burmese Cat Club" werd opgericht in 1955 door Mr Vic Watson. |
Casa Gatos Da Foong Casa Gatos Darkee
Tot 1955 dacht men bij een Burmees uitsluitend aan een bruine kat. In dat jaar echter werd in een nest van de poes Ch. Chinki Golden Gay, gedekt door haar vader Ch. Casa Gatos Darkee, de eerste blauwe Burmees geboren, Sealcoat Blue Surprise. Deze nieuwe kleur werd in 1960 erkend. |
Aan het eind van de zestiger jaren ontstond de behoefte aan vers bloed in de burmezenfok in Engeland. Daarom werden in 1968 zes Burmezen uit Amerika naar Engeland geïmporteerd, waarvan er vier een nieuwe kleur hadden, namelijk chocolate (in Amerika champagne genoemd). Deze nieuwe kleur werd, samen met zijn verdunning lilac (platinum in Amerika) in 1975 erkend. De twee bekendste van deze importen waren Jodee´s Golden Morningstar en Aybo Budda, namen die in de jaren daarna veel op Engelse en daarna Europese burmezen-stambomen voorkwamen. Sealcoat blue surprise (links) |
Yodee's Golden Morningstar Aybo Budda
De Burmees in Nederland
Voorzover mij bekend werden de eerste Burmezen in 1963 naar Nederland geïmporteerd vanuit Engeland door Dhr. H.C. Campen. Het waren Kiang Kamina, gefokt door Mrs E.M. King en Kevitor Brown Berry gefokt door Mrs M. Somers, beiden bruin. Ze werden gevolgd door o.a. Freefolk Hazel, Buskins Mi-Hling, Jongela Celia, Procul Hitachi, Procul Thebaw (allen bruin) en Ballard Rudy en Ballard Bluebell (blauw). In 1969 werd zelfs een Burmees uit Amerika naar Nederland geïmporteerd, Pallady´s Sir-Sir. Deze kater had prachtige gele ogen, die hij ook aan zijn nakomelingen doorgaf.
Pas in de zeventiger jaren kreeg de Burmees in Nederland een grotere bekendheid. Er werden vele Burmezen uit Engeland geïmporteerd (in diverse kleuren) en er waren er meestal wel enkele tientallen op een kattententoonstelling te bewonderen. Vooral de kleuren bruin, blauw, chocolate, lilac en crème werden erg populair; de torties daarentegen zijn in die tijd nooit erg geliefd geworden. Uit eigen ervaring weet ik nog, dat de gewone liefhebber altijd de voorkeur gaf aan een effen gekleurde kat en "zo’n gevlekte" meestal niet zag zitten. Jammer!
Aan de huidige Burmezenpopulatie te zien is er wel een en ander aan het veranderen: de vier "basis"-kleuren bruin, blauw, chocolate en lilac zijn goed vertegenwoordigd, maar rood, crème en tortie worden de laatste tijd steeds populairder. Ook de nieuwe kleur cinnamon is tegenwoordig regelmatig op tentoonstellingen te zien.
Karakterbeschrijving Burmees
Burmezen zijn bijzonder aanhankelijke katten. Ze zoeken graag menselijk gezelschap. Meestal gaat dat zelfs zover dat zij bij bezoekers op schoot kruipen. Hierdoor hebben zij de naam gekregen allemansvrienden te zijn. Toch weten ze heel goed wie hun baas is en zijn meestal ook sterk aan hem of haar gehecht.
Een Burmees hecht zich dan ook meer aan mensen dan aan een huis, alhoewel een Burmees die in een nieuwe omgeving terecht komt deze toch eerst tot in de kleinste hoekjes moet verkennen. Ze koesteren zich, zoals de meeste katten, in warmte en liggen dan ook bij voorkeur in de zon, op een warme schoot, bij iemand in de nek en als er niemand in de buurt is op de cv radiator, daarbij radiator temperaturen verdragend die u en ik niet voor mogelijk achten.
Een Burmees in huis halen betekend dat er een volledig gezinslid bij komt, zo sterk mensgericht is de Burmees. Hij hoort bij het gezin, doet met alles mee helpt met alles mee, zoals het toetsenbord van de computer bedienen, waardoor ik dit stukje al 3 keer opnieuw heb moeten schrijven. Helaas doet mijn Burmees dit op zo'n ontwapenende manier dat ik ondanks het tijdsverlies nog steeds niet kwaad op hem ben geworden.
Ook gaat hij 's nachts als het even kan ook mee naar bed. Burmezen zijn speels, en blijven dit meestal ook tot op hoge leeftijd. Allerlei voorwerpen in de lucht gooien, achter balletjes aan rennen en tot in het oneindige apporteren, het huis in een moordend tempo inspecteren op de meest onverwachte momenten enz .
Ook perioden van enorme luiheid behoren tot het bezigheden arsenaal van de Burmees.
Dichte deuren zijn voor de doorsnee burmees geen enkel probleem, hij maakt ze gewoon open. Wilt u dat niet dan kunt u proberen de knoppen van de deuren recht op te zetten, maar ik geef u geen garantie. Vaak zult u moeten overgaan tot het monteren van ronde metalen knoppen. Houten knoppen kan een burmees met zijn nagels goed vastpakken, waarna een slingerend lijf er voor zorgt dat de kruk alsnog draait. Het is maar dat u het weet.
Ze zijn dus zeer intelligent, maar dat betekent niet dat je ze zomaar iets leert of afleert. In principe maakt de burmees zelf wel uit wat hij of zij doet en je moet echt de baas zijn om hem of haar tot andere gedachten te brengen. Ze weten overigens donders goed wat verbieden betekent, maar of zij er naar luisteren hangt van uw overwicht af. Je kunt het natuurlijk ook na een paar minuten weer proberen. Wat er in dat koppetje zit is er nog niet meteen weer uit.
Ze luisteren dus hoofdzakelijk als het hun uitkomt. Misbruik maken van de gelegenheid is ze ook niet vreemd, zo kunnen ze zeer aanhalig worden als u iemand aan de telefoon hebt en ze voelen het feilloos aan dat u iemand aan de lijn hebt die u niet even in de wacht kunt zetten om even stevig verbaal op te treden. Veeg je ze dan van tafel, dan gaat er een ander arsenaal open , bijvoorbeeld een andere kat pesten, kopjes geven tegen een wankele bloemenvaas, een foto lijstje tegen de grond werken, of gaan zitten janken als een baby. Kortom de Burmees vind dt hij menselijke aandacht nodig heeft. Toch is het zo dat een alleenstaande Burmees soms niet goed uit de voeten kan, ondanks zijn mensgerichtheid. Vaak heeft een Burmees de neiging krijgt weg te kwijnen zonder andere katten om zich heen.
Zeker als u veel van huis bent kan de Burmees niet zonder katachtig gezelschap en kwijnt hij of zij onherroepelijk weg. Maar niet iedere andere kat is voor de Burmees acceptabel. Zoals uit het voorgaande mag blijken is de Burmees een kat van het dominante soort.
Een andere dominante kat er bij plaatsen kan dan ook problemen op leveren. Meestal, je kunt namelijk in dit soort zaken niet generaliseren, is de combinatie met een Abessijn of een Bengaal geen succes. Daar kun je wel eens duidelijk spijt van krijgen.
Burmezen zijn doorgaans een gezond ras dat vaak 15 jaar of ouder wordt.. Een gemiddelde nestgrootte is 5 kittens, nesten van 9 kittens komen voor, waarbij het niet ondenkbeeldig is dat ze ook allemaal in leven blijven. De Burmees is dus behoorlijk vruchtbaar. Ik heb het meegemaakt dat een katertje van 4 maanden het voor elkaar kreeg om een poes zwanger te maken.
De Burmees wordt vrij licht gekleurd geboren en bereikt zijn uiteindelijke kleur pas na ongeveer 2 jaar.
Samenvattend is de Burmees een eigenzinnige, dynamische op de mens gerichte kat die doorgaans net als een hond tot huisgenoot bestempeld moet worden. Hij brengt leven in de brouwerij en je moet van hem of haar houden, of je nu wilt of niet.